Koi: Kleuren in overvloed
Koi zijn er in allerlei verschillende kleuren en patronen, ook een reden waarom de grote karpers zo populair zijn. Er zijn talloze kleurvarianten die door verschillende kweekvormen van de "basistypes" bij elkaar komen. Deze hoofdkleuren willen we je hier uitleggen.
Er zijn 13 koi-klassen, die kunnen worden onderverdeeld in maximaal 200 individuele kweekvormen. Met deze precieze omschrijving kan de naam al een duidelijk beeld geven van de individuele Koi. Natuurlijk zou het ideaal zijn om de Japanse woordenschat te leren, die de kleuren en karakterpatronen vaak duidelijk noemt. Omdat dit echter tijdrovend werk is, is het vaak voldoende om de meest bekende kleuren te kennen en indien nodig op te zoeken in gespecialiseerde bronnen.
De groep "gosanke"
De drie soorten die onder deze groep vallen, worden omschreven als de "klassieke schoonheden". Ze zijn vooral populair bij koiliefhebbers omdat ze een fascinerende elegantie en helderheid uitstralen. De eerste koi in deze groep is de Kohaku, een witte koi met rode aftekeningen. Deze "beginner koi" is vooral waardevol wanneer de rode kleur schittert en de rode en witte kleuren duidelijk gescheiden zijn. Vooral de Tancho Kohaku zijn populair: witte koi met een ronde, rode vlek op het voorhoofd die lijkt op de Japanse vlag.
De volgende Koi van de Gosanke is de Taisho Sanke of kortweg "Sanke" (san betekent trouwens drie). Deze vissen zijn wit met een rode en zwarte kleur, maar er mag geen zwart op de kop van het dier zitten. Net als bij de Kohaku bepaalt de kleurintensiteit de waarde van de Koi, het zwart moet eruit zien alsof het geverfd is. Een ander kenmerk van de Sanke is zijn volle body, die weelderiger is dan andere soorten.
Last but not least komt de Showa Sanshoku, die kortweg "Showa" wordt genoemd. We vinden hier dezelfde kleuren als op de Sanke, maar de zwarte kleur kan ook in het hoofdgebied zitten. Over het algemeen komen zwarte spellen hier vaker voor dan in Sanke, omdat zwart hier de basiskleur is, niet wit. Vooral de Tancho Showa is populair: de Showa die een rode, ronde vlek op zijn kop heeft (deze kan ook zwart gestreept zijn).
Meer tweekleurige koi
De volgende is de Bekko Koi. Deze koi zijn altijd tweekleurig en hebben zwarte vlekken naast een witte (Shiro), gele (Ki) of rode (Aka) basiskleur, die gelijkmatig over het hele lichaam verdeeld dient te zijn. Nogmaals, de kop mag niet zwart zijn. Opgemerkt moet worden dat de Bekko vaak wordt verward met de Utsuri, maar een betere lichaamsvorm heeft.
De zojuist genoemde Utsuri (Utsurimono) is ook een tweekleurige koi, maar heeft altijd een zwarte basiskleur. Wederom zijn er drie kleurvarianten met wit (Shiro-Utsuri), rood (Hu-Utsuri) en geel (Ki-Utsuri). Bij de Utsuri is het belangrijk dat de respectievelijke kleurvlakken gespiegeld lijken als reflecties.
Monochrome karper
Nu komen we bij een ras dat qua uiterlijk sterk kan verschillen. Alle koi die niet tot een ander ras behoren, worden kawarimono's genoemd. Ze zijn voornamelijk het resultaat van het kruisen van andere Koi-kleuren en moeten monochroom zijn. De kleurvarianten zijn hier divers, er zijn oranje, gele, oker, witte en bruine koi. Alleen een metaaleffect mag niet aanwezig zijn.
De volgende kleurvariant is ook monochroom, maar heeft het zojuist genoemde metallic effect. Alle Ogon Koi hebben een metaalachtige glans en komen het meest voor in wit of geel; andere, donkerdere kleurvarianten komen ook voor. Interessant hierbij is dat de vissen bij hoge temperaturen vaak donker worden: vooral de vissen die hun gouden glans behouden tijdens deze tijdelijke kleurverandering zijn waardevol.
Kleurrijke varianten en speciale effecten
Vervolgens gaan we de Asagi onder de loep nemen, een van de oudste gecultiveerde variëteiten en daarom de basis van vele andere gecultiveerde vormen. De rugkleur van zo'n Asagi is blauw (verschillende tinten blauw zijn toegestaan), maar de kop moet lichtblauw en zonder aftekeningen zijn. Donkerrode of oranje kleur is te vinden aan de basis van de vinnen, terwijl de buik melkachtig wit is.
De volgende koi is een echte plons van kleur, want in overeenstemming met zijn naam (Goshiki betekent vijf) heeft deze koi maar liefst vijf kleuren. Bij het fokken werden driekleurige Sanke (rood, wit, zwart) gekruist met marineblauwe Asagi (blauwe en grijze tinten). De vakman moet dit vaak doen, omdat de donkere kleuren vaak niet duidelijk gedefinieerd en daardoor moeilijk te onderscheiden zijn. De schoonheid van zo'n goshiki wordt vaak pas zichtbaar met de jaren, wanneer de kleuren volledig tot ontwikkeling zijn gekomen.
De doitsu is een bijzonder kenmerk onder de koi: hij heeft of helemaal geen schubben (dan heet het leerkarper) of alleen losse rijen schubben, die bijvoorbeeld langs de rug lopen. Er zijn Doitsus in bijna alle kleurvarianten.
Ten slotte willen we de Kingirin introduceren, die alle koi beschrijft met glitterschubben. Wie echter aan het kinderboek "The Rainbow Fish" denkt, heeft het mis: individuele schubben op deze vissen hebben het populaire ruitpatrooneffect, waarbij het zonlicht sterk wordt weerkaatst. Ze worden vaak simpelweg beschreven als "Ginrin".
-
DEEL II: de 10 grootste vijvermythen Eva Noël
-
Dier liep naar boven: en nu? Jules Dubois
-
Dierlijke dood: wat te doen als het dier sterft? Esther Demir LLM
-
Dierenfotografie: in 7 stappen naar het perfecte dierenportret Quinten De Groote
-
Mijn huisdier is weg - wat nu? Quinten De Groote
-
Een gewond dier gevonden - wat te doen? bc. Veerle Slaetsdochter