Zeldzame koikarpers
Koikarpers hebben ons altijd gefascineerd met hun kleur en schoonheid. Nadat we in een ander artikel de meest bekende van alle gekweekte vormen hebben gepresenteerd, willen we nu overgaan op kleurvarianten die minder vaak voorkomen. Ontdek hier wat zeldzame koikarpers zo bijzonder maakt.
Er zijn zo'n 200 kleurvarianten, waarvan sommige slechts in subtiele nuances verschillen. Om orde te scheppen in het gehele kleurensysteem wordt een indeling in 13 bovenklassen gehanteerd. De meest populaire van deze varianten zijn de grote drie (Kohaku, Sanke en Showa). Daarnaast Bekko, Utsu Rimono, Asagi en niet te vergeten Kawarimono, Goshiki en de glinsterende Kinginrin. De overige vier varianten en drie extra zeldzame koikarpers presenteren we hier graag.
De shusui: traditionele koi
Om de oorsprong van de Shusui een beetje te verklaren, maken we eerst een omweg naar zijn voorouders, de Asagi. Asagi zijn erg populair en vaak te vinden bij fokkers en hobbyisten. Als een van de oudste kleuren is de Asagi gekruist met vele andere soorten om nieuwe kleuren te creëren. Enkele van de meest bekende overeenkomsten zijn die van het kruisen van Duitse spiegelkarpers, de Doitsu (= Japans voor Duits). Deze koi worden sinds ca. 1910 speciaal gekweekt en hebben een typisch kenmerk van Duitse vissen: een bijzonder kenmerk van de schubben. Deze koi hebben weinig of geen schubben.
Terwijl de meeste scaleless Koi de doitsu gewoon voor de werkelijke kleur plaatsen, bijv. Doitsu Hariwake, heeft de Doitsu Asagi een speciale aanduiding: Shusui. Deze kweekvorm van de Asagi is zo goed als schaalloos. Alleen links en rechts van de rugvin zijn twee symmetrische lijnen van schubben die zich uitstrekken van de kop tot de staart. De schalen moeten continu en gelijkmatig zijn. De kleur is vergelijkbaar met die van de Asagi: er zijn rode en blauwe Shusui. Beide kleurvarianten hebben een lichte kop en een duidelijk gedefinieerde witte streep tussen buik en rug. Ze delen ook het rode buikgebied en de donkerblauwe rugschubben. Het enige verschil is dat de blauwe Shusui ook een blauwe basiskleuring op de rug heeft, niet alleen individuele schubben zoals de rode Shusui.
Asagi kruising #2: de Koromo
Ook deze kleurvariant komt uit een Asagi kruising, maar hier werd de wijdverbreide Kohaku gekruist. Net als de Kohaku wordt de Koromo gekenmerkt door een rood patroon op een witte achtergrond. Bovendien heeft het blauwe of zwarte schaalranden die eruitzien als een netachtige coating. Interessant: terwijl de bovenste groep van deze kleurvariant is geschreven met een K, beginnen de individuele ondersoorten met een G.
De meest voorkomende is de Ai Goromo (ai = Japans voor diepblauw), waarvan de tekening gelijkmatig is gemarkeerd met een blauw/rood netwerk: de schubben doen denken aan dennenappels, maar alleen in de rode gebieden. Daarnaast wordt aangenomen dat de kop geen kleurinsluitsels vertoont.
Daarentegen worden de Sumi Goromo (sumi = Japans voor zwart), een witte Koi met rode Kohaku aftekeningen, die duidelijk met zwart overtrokken zijn, minder vaak gevonden. Het zwart is vaak zo sterk dat men alleen maar kan gissen naar de rode aftekeningen en de Koi lijkt meer op een Shiro Utsuri.
De zeldzaamste van de Goromo is de Budo Goromo (budo = Japans voor druif), die een licht violette kleur heeft. Kortom, deze Goromo heeft een puur witte schil bedekt met druivenkleurige vlekken: deze kleuring komt van de superpositie van zwarte schubben.
De hikari: de groep metalen koi
Zoals de naam al doet vermoeden (h ikari = Japans voor glanzend) zijn dit glanzende metalen koi die grofweg in drie groepen kunnen worden verdeeld. De eerste groep, de Hikari Mujimono, omvat alle monochromatische Koi met een metaalachtige glans (muji = Japans voor monochromatisch). Daarnaast is er de term Hikari Moyo, die van toepassing is op alle twee- of veelkleurige koi die metallic glinsteren. Ten slotte is er de derde groep, de Hikari Utsuri, die alle karpers omvat die het resultaat zijn van een kruising tussen Utsuri en Hikari Muji en die de kenmerken van beide kleurvarianten combineren.
Tancho: de gekroonde
De naam tancho is samengesteld uit de Japanse woorden tan (= Japans voor rood) en cho (= Japans voor gekroond worden): Alle kleuren worden beschreven als tancho die geen andere rode kleur hebben dan een rode vlek op het hoofd. De vlek moet zo rond mogelijk zijn, maar ovale, hartvormige of vierkante vormen zijn ook toegestaan: Het is alleen belangrijk dat de vlek zo centraal mogelijk tussen de ogen zit. Er zijn veel kleurvarianten die een tanchovlek kunnen vertonen, zoals de tancho sanke (witte koi met een rode stip op het voorhoofd en zwarte stippen op het lichaam) of de tancho kohaku (witte koi met een rode stip op het voorhoofd), die bijzonder waardevol is omdat het lijkt op de nationale vlag van Japan herinneren.
Zeldzame koikarpers - bijzondere vormen
Last but not least willen we ons wenden tot enkele speciale vormen, waarvan sommige gebruikelijk zijn, andere minder gebruikelijk. Laten we hier beginnen met de kage, wat in het Japans zoiets kan betekenen als spook, diepe schaduwen of raaf. Deze aanduiding wordt gedragen door karpers die individuele zwarte schubben hebben in de witte of rode basiskleur, die samen resulteren in een netwerkachtige, divergerende zwarte tekening. Ook hier wordt de naam van de kleurvariant voorop gezet, bijvoorbeeld Kage Showa of Kage Shiro Utsuri.
Een andere bijzondere kleuring is te vinden in Kanoko, wat reekalf of reekalf betekent. Deze koi hebben individuele, meestal rode schubben ter grootte van sproeten, die gelijkmatig over de witte delen van het lichaam zijn verdeeld. Deze schubben lijken op de stippen op de vacht van een reekalf, vandaar de naam. Deze kleuring is relatief zeldzaam en het kan ook gebeuren dat de vis zijn Kanoko-tekening na verloop van tijd verliest.
Het laatste zeldzame type koikarper verschilt niet in kleur maar in vorm: de vlinderkoi, ook wel hirenaga, draak of langvinnige koi genoemd, heeft beduidend langere vinnen en baarddraden. In de VS zijn deze vissen erg populair, in andere delen van de wereld minder. Dit kan te wijten zijn aan het feit dat er een voortdurend debat gaande is over de vraag of deze vorm van koi tot de martelrassen moet worden gerekend, omdat ze veel trager zwemmen dan "normale" koi.