Dier liep naar boven: en nu?
Je hebt een dier en je weet niet wat je moet doen? Om ervoor te zorgen dat u in deze situaties niet met verlies komt te zitten, volgen hier enkele handige tips over wat u kunt doen als een dier u nadert.
Legaal
In principe vallen gevonden woningen en huisdieren zoals katten, honden, kleine dieren, siervogels of boerderijdieren onder het vindrecht (§§ 965 - 984 BGB). Dit houdt in: Als u een dier heeft verloren, moet u het dier direct melden bij de eigenaar of de verantwoordelijke instantie voor gevonden voorwerpen.
Gevonden dieren: gewoon verboden houden
Als u een dier heeft aangeschaft, is het uitdrukkelijk verboden om het te houden. Als je een loslopend dier opmerkt, moet je eerst de omgeving onderzoeken. Misschien mist iemand het dier of heeft hij het al een tijdje zien rondlopen? Soms weten winkels of dierenartsen in de buurt al meer en hebben de eigenaren daar zoekopdrachten geplaatst. Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de politie of het Openbaar Ministerie. Breng ook het plaatselijke bureau voor gevonden voorwerpen op de hoogte.
Dierenasielen dienen ook als verzamelpunt voor verloren dieren. Daarom worden eigenaren die een schade melden altijd door de politie of de autoriteiten doorverwezen naar de asielen. Op deze manier kan de eigenaar zijn vermiste dier snel terugvinden.
Soms hebben de dieren labels aan hun halsband waarop de gegevens van de eigenaar zijn geschreven. Markeringen zoals een tatoeage, een ring of een chip zijn altijd handig bij het zoeken naar de eigenaar. De microchip komt vooral voor bij honden en katten. Hij zit aan de linkerkant van de nek. Het bevat een transponder die door de dierenarts kan worden uitgelezen met behulp van een speciaal leesapparaat. Met het 15-cijferige nummer kunt u de eigenaar vinden. Als het dier is geregistreerd, kan een zoekopdracht worden gestart via het Duitse dierenregister. Mocht dit niet het geval zijn, dan kunt u altijd een vondstrapport maken en deze als notitie of poster in de buurt van de vondstplaats verspreiden. In dit verslag dient u het dier zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven en, indien mogelijk, het ras te vermelden en seks. Een foto van het dier is ook erg handig bij het melden van een vondst.
Gewond dier gelopen?
Bij katten is niet altijd duidelijk of het echt om een ontsnapt dier gaat. Katten gaan vaak op grote tochten en proberen ook overal voedsel af te stoffen. Als u echter merkt dat het dier vermagerd, uitgeput of gewond is, moet u ingrijpen. Voordat u het dier echter verwijdert van de plaats waar het is gevonden, is het essentieel om te controleren of het een vrouwelijk dier is: het is mogelijk dat er ook jonge dieren in de buurt zijn. Vermijd het aanraken van kittens. Anders bestaat het risico dat het moederdier haar jongen afstoot. Gevonden katten moeten ook worden gemeld bij de politie of de openbare orde. Bij gewonde dieren heeft echter behandeling door de dierenarts voorrang.
Contactpunten voor gevonden dieren
Als u een dier heeft gevonden, kunt u ook contact opnemen met deze adressen:
- FINDEFIX is het dierenregister van de Duitse Vereniging voor Dierenwelzijn en is 24 uur per dag bereikbaar op 0228 6049635
- TASSO ev is het centrale Duitse dierenregister voor de Bondsrepubliek Duitsland. De medewerkers zijn 24 uur per dag bereikbaar via 06190-937300
- Tiermeldezentrale.de geeft constant een overzicht van gevonden dieren
Mocht er ondanks alle inspanningen geen baasje gevonden worden en je wilt het dier houden, dan moet je volgens de wet zes maanden wachten tot het van jou is. (§ 973 BGB). Als de eigenaar in deze tijd wordt vastgesteld, moet u het dier helaas terugbrengen.
Hoe ga ik om met wilde dieren?
Als je een wild dier tegenkomt, is het anders. Volgens de Federale Natuurbeschermingswet is het over het algemeen verboden om bijvoorbeeld vogels, egels of eekhoorns in huis te nemen zonder duidelijke reden. Pas als je ziet dat het dier ziek of gewond is, kun je het weer gezond maken. Maar als het weer gezond is, moet je het weer uitzetten. Met andere woorden, in tegenstelling tot een huisdier zal een wild dier nooit uw wettelijk eigendom worden.
Egels, vleermuizen en co.
Regelmatig komen mensen egels tegen. Dus als u zo'n dier in uw omgeving ontdekt, let dan op wanneer u het ziet. Egels zijn eigenlijk actief in de schemering of 's nachts. Overdag zou deze ontmoeting op zich al een ongewoon teken zijn. Als de egel ook apathisch en mager is, dan is hij zeker ziek. Je moet de egel voorzichtig oppakken, opwarmen en naar het dichtstbijzijnde opvangcentrum brengen.
Vleermuizen kunnen ook verdwalen op zolder of in een kamer op zoek naar winterverblijf. De populatie vleermuizen in Duitsland is geclassificeerd als bijzonder bedreigd. Het lijkt dus logisch dat je deze dieren ook niet zomaar thuis moet houden. In zo'n geval kunt u het dier het beste via een open raam terug naar buiten lokken.
U mag de vleermuis in geen geval wakker maken terwijl hij slaapt, omdat hij dit als een aanval kan opvatten en zich met zijn tanden kan verdedigen. Als het dier gewond is, bijvoorbeeld als er een vleugel is uitgegleden, probeer het dan met handschoenen te vangen, stop het in een doos om het te beschermen tegen roofdieren en bel onmiddellijk een vleermuisspecialist. Informatie en hulp is beschikbaar, bijvoorbeeld van de NABU-groep ter plaatse.
Daarentegen hoeven jonge vogels buiten hun nest niet per se in de tuin te worden verzameld en verzorgd. Kuikens huppelen vaak door de vegetatie en piepen hartverscheurend. Ze doen dit meestal totdat de vogelouders ze horen en voeren. Tot nu toe zo normaal. Dus als je zoiets opmerkt, kun je het spektakel beter eerst van een afstand bekijken. Als er na 24 uur niets verandert in de positie van de vogel, is er nog tijd om in te grijpen. Onmiddellijke hulp is slechts in twee uitzonderingen vereist:
1. Het is een dunbevederde of zeer jonge vogel die uit het nest is gevallen of
2. Je vindt hem in de buurt van een drukke straat of er dreigt gevaar, bijvoorbeeld van katten.
Het is in ieder geval aan te raden om het jong voorzichtig op een vorkje in de buurt te plaatsen in een tak waar de ouders het (hopelijk) beter kunnen horen.