Natuurlijke vijver: leem en klei als vijverbodem
Natuurlijke watermassa's bestaan al jaren zonder een kunstmatige vijverbodem die het water beschermt tegen insijpeling in de aarde. Waarom zou dit niet ook in uw tuin kunnen? Hier leggen we uit hoe u een vijver kunt realiseren zonder bassin en folie.
Naar het vijverbereik
Een vijver zonder folie en bassin
Bij de meeste vijverbouwprojecten wordt vaak een foliefundering gelegd of een vijverbassin gekocht zonder dat andere opties overwogen worden. Een meer natuurlijke variant is ook mogelijk. Hier zijn echter enkele voorwaarden aan verbonden: De meest succesvolle methoden zijn het gebruik van leem- of kleiverdichting. Hoewel deze procedure ingewikkelder en duurder is dan conventionele vijvers, biedt het andere voordelen. De variant is ideaal voor het creëren van natuurlijke vijvers, omdat hier het "verbergen" van de folie en lelijke zwembadranden niet meer nodig zijn. Maar het allerbelangrijkste - en dat geldt ook voor het gebruik van leem en klei - is dat de uiteindelijke vijverbodem 100% waterdicht is. Als er lekkages blijven, gaat er te veel water verloren en blijven de onderhoudskosten oplopen:
De constructie
Natuurlijk, zoals bij elke vijver, is het eerste wat je moet doen de planning: vorm, diepte en materiaal moeten worden bepaald. Er zijn enkele hulpmiddelen bij het nemen van beslissingen als het gaat om de materialen: beton of klei zijn erg duur, maar sluiten goed af. Kleikorrels zijn daarentegen veel goedkoper.
De aanleg van een vijver begint met het graven van de vijver. Dan moet je scherpe stenen, wortels en andere storende voorwerpen verwijderen. Vervolgens kunt u het materiaal voor decoratie "opmaken". Hoe dit in detail werkt met leem en klei wordt later nader uitgelegd. Nadat het materiaal is verwerkt, kun je baaien vormen aan de kust. Het gebruik van vijvergrond of grind, vooral nabij de oever, kan naar wens worden ingevoerd. Dan kun je de vijver planten.
Bouw een kleivijver
Deze procedure vereist dat u de grond in uw eigen tuin onderzoekt om het kleigehalte te bepalen. Als de grond slechts licht kleiachtig is, moet u extra klei gebruiken om deze af te dichten. Op de bodem van de vijver dient een beschermrooster te worden aangebracht zodat muizen en andere dieren niet onder de grond onder de vijver kunnen graven. Bij het graven moet je zorgen voor een extra diepte van 50 cm, omdat de benodigde kleilaag ongeveer 50 cm dik moet zijn. Als je hier niet op let, heb je ineens geen 80 cm diepe vijver, maar slechts een plas van 30 cm.
De klei moet in meerdere lagen worden aangebracht, daartussen moet hij steeds opnieuw worden bevochtigd en aangedrukt: de klei mag niet gedurende het hele proces drogen, anders barst hij gemakkelijk en wordt het eindresultaat niet dik. Afhankelijk van de vijverzone moet je de klei in verschillende diktes aanbrengen. In het midden van de vijver is 50 cm ideaal, maar aangezien de kans op uitdroging in het oevergebied het grootst is, dient de kleilaag hier 60 cm dik te zijn. Daarna moet u de dikte terugbrengen tot 30 cm tot aan de rand van de oever. Nadat de klei is opgedroogd, kunt u eventueel substraat (grind, vijvergrond) en planten aan de vijver toevoegen zoals hierboven beschreven.
Kleikorrels als vijverbodem
Kleigranulaat is een goed alternatief voor het bekleden met klei: het materiaal laat een zeer eenvoudige en betrouwbare afdichting toe, is bovendien veel goedkoper en bestaat uit 100% natuurlijke klei. Klei heeft zelfs een lange traditie in de aanleg van vijvers en wordt al sinds de oudheid gebruikt om lekkende reservoirs af te dichten. Vullingen van zwellende kleikorrels worden tegenwoordig nog vaak gebruikt: zodra de zwellende klei nat wordt, vormt deze samen een waterdichte kleilaag.
De vorm van de uitgraving van de vijver moet afgestemd zijn op de kleigrondstof: Steile wanden zijn met dit materiaal niet mogelijk. In plaats daarvan raden we klassieke tuinvijvervormen aan, vlakke verhogingen met zachte rondingen. Voor vis- en siervijvers is een kleilaagdikte van 10 cm tot 15 cm voldoende, maar vanwege de latere uitzetting dient u de vijver ca. 30 cm dieper te graven dan de afgewerkte doeldiepte. Voordat je met de kleikorrels aan de slag gaat, moet je de grond verdichten zodat er een stevige ondergrond is; alleen dan kan de juiste laagdikte worden aangebracht.
Dan moet je de kleilaag afdekken met 10 cm zand, fijn grind of een andere ondergrond: Dit beschermt de onderlaag en de klei. Nu is het eindelijk tijd om te zeggen "Water, let's go!", maar dit moet langzaam gebeuren zodat er geen morsen is: bevochtig eerst de kleikorrels zodat de zwellende klei kan uitzetten. Zodra het water de klei raakt, raken de kleikorrels verzadigd met water, lossen op en vormen een "barrière". Het duurt ongeveer 5 uur voordat alle klei een laag vormt. Pas dan kan de definitieve vulling van de vijver plaatsvinden.
Voor-en nadelen
Tot slot willen we het hebben over de voor- en nadelen van zo'n natuurlijke vijver. Een voordeel is zeker dat zo'n vijver voor veel diersoorten een uitstekende basis vormt voor het leven. Door het natuurlijke materiaal wordt het ecosysteem ook op de lange termijn niet aangetast door chemicaliën. Bovendien is het niet nodig om de folie of de rand van het zwembad moeizaam te verbergen.
Maar ook de nadelen kunnen niet worden genegeerd. De constructie is veel duurder en tijdrovender dan het gebruik van een geprefabriceerd zwembad. Bij de kleivariant is de uitvoering ook locatieafhankelijk. Het belangrijkste is echter dat je geen fouten mag maken, anders gaat de vijver lekken. Een gevulde vijver weer legen en dan ijverig zoeken naar de lekkende plek is niets voor een rustige zaterdagmiddag.