Vijvervissen goed voeren - let op het seizoen
Het voeren van vijvervissen moet worden geleerd - want afhankelijk van de huidige watertemperatuur moet het voeren worden aangepast aan de stofwisseling van de dieren (en de vijver). Met de juiste voeding levert u een waardevolle bijdrage aan de gezondheid van uw vissen.
Eten voor het hele jaar
Afhankelijk van de vorm zijn er drie verschillende soorten hoofdvoer voor alle seizoenenvoer te onderscheiden:
Voor koi en goudvissen is vooral korrelvoer verkrijgbaar. Het bevat meestal hogere niveaus van vet en eiwit. Pellets leveren dus veel energie en belangrijke voedingsstoffen, maar vervuilen het water ook meer. Daarom is krachtig filteren belangrijk.
Hoogwaardige vijversticks zijn over het algemeen geschikt voor alle soorten vijvervissen en vooral voor natuurlijke vijvers. Als ze gevoerd worden, is het belangrijk dat de vissen ook over andere voedselbronnen beschikken. In de natuurvijver vind je bijvoorbeeld ook insectenlarven en algen.
Vlokkenvoer wordt met name aanbevolen voor jonge dieren en zeer kleine vissen - omdat ze ook in kleine mondjes passen. Ook hier geldt echter dat minder vaak meer is: vlokken die niet worden gegeten vervuilen direct het water en verliezen ook snel waardevolle vitamines.
Seizoensgebonden speciaal voer
Elk seizoen heeft zijn speciale eisen. Daarom is er voor elk seizoen een speciale voering. Maar je kunt het jezelf ook makkelijk maken en het winter- en zomervoer proportioneel mengen, afhankelijk van de watertemperatuur. Dit heeft als voordeel dat u ook als eigenaar van kleinere vijvers altijd uit verse voerverpakkingen kunt voeren en geen grote restpartijen hoeft te bewaren na het seizoen.
Voorjaarsvoer
In het voorjaar is de versheid van het voer cruciaal voor een goede toevoer van vitamines en hoogwaardige voedingsstoffen na een lange periode van honger. Gebruik daarom zeker niet de oude wintervoering aan het begin van het seizoen! Een vers geopende voerzak in de originele verpakking zorgt voor een optimale toevoer. In het voorjaar kan het tarwekiemenvoer zijn, dat veel licht verteerbare koolhydraten en maximaal 32% eiwit bevat. U kunt één keer per week vitamines aanvullen. Dit is met name aan te raden als de voerzak enkele weken open is geweest. Een multivitaminepreparaat met vitamine A, D, E en C is precies goed. Als de watertemperatuur boven de 14°C komt, kun je langzaam zomervoer gaan toevoegen.
Zomer voering
Als er kleine en nog groeiende vissen in de vijver zitten, kunt u een eiwitrijk groeivoer gebruiken met een eiwitgehalte van 42-45%. Oudere vissen vanaf het 3e jaar worden volledig voorzien van 38-42% ruw eiwit. Een zomervoer mag vanwege de beperkte houdbaarheid met een hoog vetgehalte niet meer dan 6-8% ruw vet bevatten. Hoe hoger de kwaliteit van de eiwitten, hoe beter de groei. Voer dat ook micronutriënten bevat, kan door uw vissen beter worden benut. Dit vermindert natuurlijk ook de hoeveelheid uitgescheiden stoffen. Minder nitraat en fosfaat betekent automatisch minder algengroei.
Herfstvoer
Wanneer de watertemperatuur in de herfst langzaam daalt, is het tijd om na te denken over herfstconditionering. Beneden de 20°C tot ongeveer 16°C kun je 70% zomervoer en 30% wintervoer mengen. Het wintervoer kan dan ook wat vetrijker zijn, dwz 8-10% vet bevatten. Als je het jezelf makkelijker wilt maken, kun je het gehalte magere Tarwekiemen wintervoer verhogen tot 10% met visolie. Maar controleer vooraf hoe hoog het vetgehalte is. Tussen 16 en 12°C kun je het aandeel wintervoer continu verhogen tot onder de 12°C er alleen puur wintervoer is. Restjes wintervoer kunnen heel goed worden ingevroren en verlengen zo de houdbaarheid.
Wintervoering
Voor het koude seizoen zijn er voor Koi tarwekiemen (Engels: "tarwekiemen") op de markt. Ze bevatten minder calorieën door het lage vetgehalte. In plaats daarvan leveren ze licht verteerbare voedingsstoffen uit tarwekiemen. Deze voersoort is bijzonder geschikt voor de energiehuishouding van de vissen in de koude vijver. Doordat de vissen in de winter minder groeien, is de eiwitbehoefte lager. Wintervoer bevat er navenant weinig van. De watervervuiling wordt zo laag mogelijk gehouden en tegelijkertijd is de energievoorziening gegarandeerd. Dit type voer is daarom ook geschikt om binnen te houden of nieuwe vijvers waarvan de biologie nog niet sterk is. Let er bij het maken van uw keuze op dat vismeel als eerste wordt vermeld bij de eiwitleverende ingrediënten.
Hoeveelheden voer volgens watertemperatuur
Waterkwaliteit en watertemperatuur spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de hoeveelheid voer. Als de waterkwaliteit slecht is, moet de hoeveelheid voer worden verminderd.
Van 20-26°C kunt u tot 1% van het visgewicht jaarrond voer geven als er geen natuurlijk voer in de vijver aanwezig is. U kunt deze hoeveelheid verdelen over 3-5 voedingen per dag. Afhankelijk van hoeveel tijd je hebt.
Water warmer dan 26°C
Als het nog warmer wordt, halveer je de hoeveelheid voer weer vanaf 26°C. Anders bestaat het risico op ammoniakvergiftiging.
Als de watertemperatuur erg hoog is, kan uw vis af en toe een dag vasten. Boven de 30°C is er onvoldoende zuurstof opgelost in het water. Zorg ervoor dat je afkoelt met vers water!
Water kouder dan 20°C
Als de watertemperatuur onder de 20°C zakt, kunt u de hoeveelheden langzaam afbouwen en slechts 1-2 porties per dag geven.
Tussen 16° en 12°C zou een lichte wintervoeding één keer per dag vermengd met de restjes van de energierijke zomervoeding perfect zijn. Optioneel kunt u hier ook een voering gebruiken die speciaal is ontworpen voor het herfst- of lenteseizoen. Beneden 12°C is er alleen wintervoer of weinig jaarrond voer. Niet dagelijks voeren beneden 10°C! Elke 2-3 dagen is nu voldoende.
In kleine vijvers wordt het filtersysteem meestal uitgeschakeld bij een watertemperatuur van 8-10°. Dit is het einde van het voederseizoen. Als u wilt doorgaan met voeren, moet u vaker gedeeltelijke waterverversingen plannen.