Eerste stappen bij de hand: voor jonge en rijpaarden

Het jonge paard kan eerst zijn eerste stapjes aan het halster leren zetten
Het jonge paard kan eerst zijn eerste stapjes aan het halster leren zetten.

Aan de hand werken is ideaal voor zowel ervaren als jonge paarden. Jonge paarden leren enkele hulpmiddelen kennen zonder het gewicht van de ruiter en dit werk is een welkome afwisseling voor oudere paarden. Handwerk is geschikt voor de training, correctie en gymnastiek van vrijwel alle paarden.
Het jonge paard kan eerst zijn eerste stapjes aan het halster leren zetten. Zodra het werk wat delicater moet, is een kaptoom behulpzaam. Hoogopgeleide paarden kunnen ook aan het bit worden gewerkt.

De kaptoom

Naar mijn mening werkt een kaptoom goed voor de meeste paarden. Over het type kaptoom valt te twisten: veel ruiters zweren bij traditionele kaptooms met neusijzers, terwijl anderen de voorkeur geven aan flexibele kaptooms van Biothane.
Ik zal u nu kennis laten maken met enkele veelgebruikte kaptoommodellen.

Serreta

De Spaanse kaptisten, de serretas, hebben een stalen beugel die gedeeltelijk met leer is bekleed. Sommige modellen hebben kleine uitsteeksels aan de binnenkant. Ik raad dergelijke Serretas duidelijk af. Zelfs een simpele variant van de Serreta is relatief scherp en hoort daarom in ervaren handen thuis.

Caveson

De Franse Caveson heeft een flexibele ketting (vergelijkbaar met een fietsketting), die als neusstuk in een leren koker zit. Een voordeel is zeker de zeer goede aanpassing van de flexibele ketting aan de neus van het paard. Maar een kaptoom is ook behoorlijk scherp en hoort alleen in ervaren handen thuis.

"Klassieke" kaptoom

De Duitse kaptoom heeft een stuk metaal dat meerdere malen is gedeeld en vrij dik is opgevuld als neusstuk. Er moet voor worden gezorgd dat de gewrichten in het neusstuk geen "knijpeffect" veroorzaken.

Pluvinel

De pluvinel bestaat uit een smalle leren band zonder neusijzer. De moderne kaptooms van Biothane worden vaak op een vergelijkbare manier bewerkt.

Correct gekozen?

Welke kaptoom je ook kiest, het moet goed bij je paard passen! De kaptoom zit goed wanneer het neusstuk ongeveer twee vingerbreedtes onder het jukbeen moet zijn. De hoesband is, in tegenstelling tot de keelriem van de trens, strak vastgegespt, omdat deze voorkomt dat de kaptoom wegglijdt. Ook de neusriem is relatief strak vastgegespt zodat de kaptoom niet wegglijdt. Maar het paard moet natuurlijk nog wel kunnen kauwen! Uit ervaring kan ik zeggen dat een nogal buffelpaard dat zich niet laat leiden met een zachte kaptoom ook met een neusstrijker niet coöperatiever zal worden. Hier ligt de oplossing vaak meer in het basisonderwijs en voorbereidend grondwerk.

De eerste stappen

Aan de hand werken is ideaal voor zowel ervaren als jonge paarden
Aan de hand werken is ideaal voor zowel ervaren als jonge paarden.

Als je je paard met de hand bewerkt, heb je drie hulpmiddelen tot je beschikking: zweep, stem en teugelhulp. De krop en de stem hebben zowel een stuwende als een remmende werking (de krop werkt ook zijwaarts) en de teugels hebben een remmende of zettende werking. Zo leren ook jonge paarden de belangrijkste hulpmiddelen kennen. Loodoefeningen zijn geschikt om te oefenen. Het paard leert op je te letten. Om te leiden geef je een duidelijk commando, de krop kan naar achteren zwaaien (aanwijzen is meestal voldoende) om het paard indien nodig meer naar voren te sturen. Een zweep is ook handig bij het vasthouden: het ondersteunt het spraakcommando en je eigen lichaamstaal en wordt dan schuin voor het paard gehouden. De inrichting vormt aldus een optische barrière. De teugelhulp wordt nauwelijks gebruikt bij het stoppen en starten,

Eerste zijpassages

Zijdelingse wandelingen helpen u bij het trainen van uw paard. Om het voor je paard makkelijker te maken om ze onder het zadel te leren, kun je ze heel goed in de hand oefenen.

Overtreden

Overstappen is zeer geschikt voor de eerste zijwaartse stappen. Bij het overstappen wordt de buitenkant van het paard gestrekt. Door de zweep zijwaarts te wijzen, leert het paard de hulp die zijwaarts wijst kennen. Een vasthoudende hand op de neusriem helpt voorkomen dat het paard naar voren stapt. Het paard loopt dan in een cirkel om je heen.

Schouder vooruit

De zogenaamde schoudervoorwaarts is een vooroefening van de schouder naar binnen. Het paard wordt iets naar binnen gedraaid en stapt met het binnenachterbeen tussen de voorbenen terwijl het buitenachterbeen in het spoor van het buitenvoorbeen blijft. De gemakkelijkste manier is om vanuit een hoek of volte naar voren te schouderen - net als schouderbinnenwaarts, aangezien het paard op dit punt al gebogen is. De buitenteugel bestuurt de buitenschouder.

Schouder naar binnen

De schouder op zich is zowel een loslatende als een verzamelende oefening. Hier beweegt het paard op drie hoefslagen: de voorhand is zo ver naar binnen geplaatst dat de binnenachtervoet in het spoor van de buitenvoorvoet stapt. Het is belangrijk dat de achterhand actief blijft. Ook hier beperkt de buitenteugel het paard en voorkomt dat het te sterk wordt. Ik vind het nuttig, zoals gebruikelijk in academisch paardrijden, om achteruit voor het paard uit te lopen. Dan kan ik mijn forehand beter positioneren en eventueel een uitwijking over de buitenschouder voorkomen met een naar buiten naar de schouder wijzende krop. Ik heb ook een beter zicht op de achterhand.

Travers

In de traverse wordt het paard gepositioneerd en gebogen in de bewegingsrichting. De voorhand blijft op de hoefslag, de achterhand staat ongeveer 30 graden naar de binnenkant van de baan en de achterbenen zijn gekruist. De eerste stappen in de traverse kunnen het gemakkelijkst worden ontwikkeld wanneer het paard heeft geleerd het kruis naar binnen te trekken met de krop over de rug geschoven. Dit kun je het beste oefenen op de planken: als je aan de binnenkant van het paard staat, haal je de schakelaar over de rug van het paard en tik je op de achterhand. Prijs je paard als het nu met zijn achterhand naar binnen stapt! Het vergt natuurlijk veel oefening voordat deze eerste stappen een correcte traverse met positie en buiging worden!


Silke behling is freelance redacteur en werkt in zowel boeken als tijdschriften. Haar publicaties variëren van specialistische boeken tot tijdschriftartikelen. Als afgestudeerd lerares is het gebied van onderwijs en kinderen bijzonder belangrijk voor haar, daarom schrijft ze al vele jaren voor het kindertijdschrift "Piaffino". Als gediplomeerd paardenfysiotherapeut (DIPO) biedt ze ook acupunctuur en fysiotherapie aan voor paarden en honden in de omgeving van Osnabrück. Ze geniet van haar vrije tijd met haar nu 24-jarige Arabische paard El Santee, met wie ze tot 120 kilometer lange endurance wedstrijden reed, en haar twee honden Lotta en Easy.