Uur van de wintervogels 2018

De huismus voedt zich voornamelijk met granen
De huismus voedt zich voornamelijk met granen en zaden.

Van 5 tot 7 januari riepen NABU en de Staatsvereniging voor Vogelbescherming opnieuw op tot het "Uur van de Wintervogels". Gedurende deze tijd telden vogelliefhebbers in heel Duitsland de vogels in hun tuinen. De huismus, ook wel de mus genoemd, kwam het meest opdagen. Dit zijn de vijf meest voorkomende vogelsoorten van 2018:

1e plaats: huismus

U kent de huismus waarschijnlijk beter onder de naam "mus". Het is zeer aanpasbaar en daarom ook in steden te vinden. Je herkent het vrouwtje aan haar grijsbruine verenkleed, terwijl het mannetje een bruine borst, bruine kop en bruine, zwart-witte vleugels heeft. De huismus voedt zich voornamelijk met granen en zaden. Helaas wordt de voedselvoorziening steeds beperkter, zodat het aanpassingsvermogen ook hier ten goede komt: de huismus wordt nu zelfs in de stad als een alleseter beschouwd. Aan de andere kant voedt hij zijn jongen voornamelijk met rupsen en ander dierlijk voedsel.

2e plaats: Koolmees

De koolmees is niet alleen de grootste, maar ook de meest voorkomende soort mees in Duitsland. Je herkent ze aan hun zwart-witte kop, groen-gele verenkleed en zwarte buikstreep. De koolmees is een alleseter en voedt zich voornamelijk met insecten en hun larven, spinnen en andere ongewervelde dieren. Maar ook olierijke zaden en vruchten, graanvlokken, dumplings en pinda's staan op het menu van de koolmees.

3e plaats: pimpelmees

Je herkent de pimpelmees snel aan zijn blauwe kop en de blauwe vleugel- en staartveren. Verder is het verenkleed geel met zwarte lengtestrepen. Het favoriete voedsel van de pimpelmees omvat kleine insecten en hun larven, evenals bladluizen en schildluizen, die van de bladeren worden verzameld. Maar de pimpelmees houdt ook van dumplings en ringen, zaden, noten en fruit. Het is dan ook een frequente bezoeker van vogelvoeders en vetbollen.

4e plaats: boommus

De boommus is nauw verwant aan de huismus en wordt ook wel een mus genoemd. Uiterlijk lijkt het erg op de huismus, maar het is veel verlegener. In steden zie je hem zelden, maar, zoals de naam al doet vermoeden, is hij thuis in de velden. Het geeft de voorkeur aan open gebieden, bijvoorbeeld bosranden of landbouwgebieden. De boommus voedt zich met zaden en granen. Hij voedt zijn jongen met insecten. Zoals alle boerenlandvogels, wordt de boommus steeds zeldzamer door het toenemende gebruik van pesticiden.

5e plaats: merel

De merel is de meest voorkomende vogelsoort die het hele jaar door in Duitsland te vinden is. Ze heeft een prachtige, melodieuze zangstem. Je herkent het mannetje aan zijn zwarte verenkleed en gele snavel, het vrouwtje heeft - zoals vaak bij vogels het geval is - een nogal onopvallend bruin verenkleed. Merels voeden zich met wormen, slakken en insecten en in de winter ook met bessen, vruchten en zaden. De merel zoekt de laatste al wandelend of huppelend in het lage gras.