Muis als huisdier
Een muis is ideaal om als huisdier te houden. De kleine, schattige en speelse exemplaren die je in de dierenwinkel of het dierenasiel kunt uitzoeken, hebben niet veel meer gemeen met hun wilde soortgenoten. Een tamme muis kan niet zomaar in het wild worden uitgezet. Daarom moet u goed nadenken over wat uw nieuwe huisdier nodig heeft om zich bij u op zijn gemak te voelen. Kinderen vanaf ongeveer 10 jaar kunnen een verantwoordelijke houding aannemen. Dan zijn ze voorzichtig genoeg, want muizen zijn fijn om te knuffelen, maar mogen niet te ruw worden behandeld.
Muizensoorten voor verschillende vereisten
Welke specifieke soort je ook kiest, het is altijd aan te raden om minimaal twee muizen bij elkaar te houden, omdat deze dieren sociaal contact met andere muizen nodig hebben. Hoe goed je ook voor je muis zorgt, tenzij hij samenwoont met ten minste één muisvriend, zal hij op zichzelf geen gelukkig leven leiden. Je moet er in ieder geval voor zorgen dat je alleen muizen van één geslacht bij elkaar houdt, anders krijg je heel snel nakomelingen. De castratie van de mannetjes is ook nuttig, omdat het anders tot gevaarlijke rangschikkingsgevechten kan leiden.
Kleur muis
De huismuis is de gedomesticeerde vorm van de gewone huismuis, die al duizenden jaren in Europa voorkomt. Toen mensen voor het eerst begonnen met landbouw, ontdekten deze wilde muizen opgeslagen gewassen als gemakkelijk toegankelijke voedselbronnen. De gekleurde muizen gaan terug naar deze knaagdieren. Gerichte veredeling heeft geresulteerd in een grote verscheidenheid aan kleurvariaties, variërend van wit tot crème tot donkerbruin en zwart. Tweekleurige modellen zijn ook populair. De vachtkleur heeft geen invloed op de karaktereigenschappen. Gekleurde muizen zijn zeer wendbaar in hun periodes van activiteit, die worden afgewisseld met regelmatige rustperiodes. Het zijn goede klimmers, springen graag en zijn geïnteresseerd in het verkennen van hun omgeving.
Woestijnrat
Onder de verschillende soorten gerbils heeft vooral de Mongoolse gerbil zich gevestigd als een steeds populairder huisdier. Van oorsprong zijn de gerbils vooral thuis in steppegebieden in Azië en Afrika. De dieren zijn er in verschillende kleuren, waarbij de respectievelijke vachtkleur op de rug donkerder is dan op de buik. De staart is ook bedekt met bont. Gerbils zijn zeer schone dieren en de typische muizengeur is bij deze soort niet erg merkbaar.
Stekelige muis
Deze soort komt voor in Eurazië en Afrika en komt slechts in beperkte kleurvariaties voor, variërend van geelachtig tot bruin tot grijs. Stekelige muizen zijn niet handtam en kunnen agressief zijn als ze worden bedreigd. Omdat ze soms bijten, zijn deze muizen bijzonder geschikt voor eigenaren die geen direct contact met het dier zoeken. Het is echter heel interessant om het levendige sociale gedrag van stekelmuizen te observeren. Kinderen en volwassenen die hun muis graag vasthouden om te knuffelen, moeten niet voor deze soort kiezen.
Een behuizing om je goed in te voelen
Er zijn veel verschillende manieren waarop u uw muizen in uw huis kunt huisvesten. In dierenwinkels kun je kiezen tussen verschillende kooien en terraria of aquaria kunnen ook een alternatief zijn. Als je handig bent, kun je een kooi naar eigen ontwerp bouwen. Zorg er echter voor dat de nieuwe muisbehuizing een smal raster heeft, want de knaagdieren passen door de kleinste openingen. Je nieuwe huisdieren zullen zich het gelukkigst voelen als ze meerdere niveaus in hun kooi hebben met touwen, buizen en verschillende platforms. Tijdens de activiteitsfasen zijn muizen graag in beweging en is klimmen een van hun favoriete bezigheden. Een slaaphut is ideaal voor de rustfasen. Als je hooi, tissues en soortgelijk zacht materiaal meegeeft, kunnen de muizen het zich heel gemakkelijk maken. Regelmatige reiniging van de kooi en het verwisselen van het bodemstrooisel horen natuurlijk bij het houden van de kleine dieren.
Gezond en gevarieerd voer
Een bidon en stabiele voerbakken maken deel uit van elke kooiopstelling. Zorg er altijd voor dat de waterfles goed gevuld is. Uw muizen zullen goed worden voorzien van speciale voermengelingen voor kleine dieren, maar u moet elke dag iets goeds voor ze doen met verse toevoegingen. Als knaagdieren knabbelen muizen graag aan verschillende noten of zonnebloempitten. Ook hebben ze geen bezwaar tegen verse groenten en fruit. Muizen zijn blij met een kleine portie kwark of een gekookt eitje één keer per week, omdat zo in hun eiwitbehoefte kan worden voorzien. Als je je muizen observeert, kom je er al snel achter welk voer ze vooral lekker vinden. Met deze voorkeur kun je de muizen temmen en zullen ze uiteindelijk graag naar je toe komen.
Speelgoed zorgt voor afwisseling
Een mooi ingerichte kooi zorgt al voor een rijk aanbod aan activiteiten. Met speciaal speelgoed voegt u nog meer afwisseling toe aan het dagelijks leven van uw muizen. Vooral loopwielen zijn vooral populair bij knaagdieren, omdat ze daar gewoon op volle kracht kunnen gaan rennen. Deze wielen zijn gemaakt van verschillende materialen en bij het kiezen moet je ervoor zorgen dat de sporten dicht genoeg bij elkaar staan. Anders kan de muis vast komen te zitten en zichzelf verwonden.
Regelmatig freewheelen voor de muis
Laat uw muizen minstens één keer per week vrij buiten hun kooi lopen. Indien mogelijk vaker natuurlijk, want afwisseling is goed voor uw huisdieren. Voordat je de kooideur opent, moet je de kamer muisbestendig maken. Ramen en deuren, ook kastdeuren, moeten gesloten blijven. Anders zal uw huisdier ronddwalen en moeilijk te vinden zijn. Daarnaast knagen de muizen graag aan veel dingen en dit kan levensbedreigend zijn bij giftige kamerplanten en levende kabels. Naast het samen spelen, moet je je dier altijd goed in de gaten houden.
Een goede gezondheid voor een lang muizenleven
Een muis heeft een gemiddelde levensverwachting van één tot twee jaar. Een goede kooihygiëne, gezonde voeding en het bij elkaar houden van meerdere dieren zorgen voor het nodige welzijn. Toch kunnen er soms diarree, parasitaire besmettingen of andere problemen optreden. Controleer uw muizen regelmatig en als u veranderingen opmerkt, kunt u het beste contact opnemen met een dierenarts.