Portret van blauwe goerami
Een van de meest populaire draadvissen is de blauwe draadvis. Zoals alle goerami's heeft een blauwe goerami sterk langwerpige, draadachtige buikvinnen die bijna altijd in beweging zijn. Als schuimnestbouwer vertoont het ook een fascinerend voortplantingsgedrag
: Blue Gourami
Classificatie: Labyrintvissen
Grootte: 10-11 cm
Herkomst: Mekong-bekken in Zuidoost-Azië (Laos, Thailand, Cambodja, Vietnam), meestal uitgebracht in tal van andere tropische landen, zelfs Brazilië
Houden: eenvoudig
Aquariumgrootte: vanaf 160 liter (100 cm)
ph: 6-8
Watertemperatuur: 24-28°C
Interessante feiten over de blauwe draadvis
Wetenschappelijke benaming
Trichopodus trichopterus
Andere aanduidingen
Trichogaster trichopterus, Labrus trichopterus, Trichopus trichopterus, Trichopus sepat, Stethochaetus biguttatus, Osphronemus siamensis, Osphronemus insulatus, Nemaphoerus maculosus, Blauwe gourami, Gestippelde gourami
Systematiek
Klasse: Actinopterygii (straalvinnige vis)
Orde: Perciformes (Perciformes)
Familie: Osphronemidae (Guramis)
Geslacht: Trichopodus
Soort: Trichopodus trichopterus (Blauwe Gourami)
Maat
In het aquarium kan een gourami tot 11 cm reiken, in zeer grote aquaria zelden iets meer (tot 13 cm).
Kleur
De natuurlijke vorm van de blauwe draadvis is metaalblauw over het hele lichaam en op de vinnen, waarbij elke tweede tot derde schaal op de achterrand donkerblauw is, wat resulteert in een fijn streeppatroon in de lengterichting. Op het midden van het lichaam en op de staartwortel zijn twee donkerblauwe tot zwarte vlekken ter grootte van het oog te zien. Een derde, meer onduidelijke, bevindt zich op de achterkant van het hoofd boven de kieuwdeksels.
In de meer dan 80 jaar kweek in het aquarium zijn er talloze kweekvormen ontstaan. De meest bekende hiervan is zeker de zogenaamde Cosby-variant. Dit wordt gekenmerkt door de blauwe strepen die uitgroeien tot vlekken die de vis een gemarmerd uiterlijk geven. De gouden versie bestaat ook al zo'n 50 jaar, zowel met de twee aparte stippen als met het Cosby patroon. Even later ontstond een zilveren vorm zonder de zijmarkeringen (noch stippen noch vlekken), die wordt verhandeld als een opaalgourami. Kruisingen tussen al deze varianten komen ook steeds weer voor in fokkerskringen.
Oorsprong
Het exacte huis van de blauwe draadvis is tegenwoordig moeilijk te bepalen. Ondanks zijn relatief kleine formaat is het een populaire voedselvis. Het Mekong-bekken in Zuidoost-Azië (Laos, Thailand, Cambodja, Vietnam) en mogelijk Indonesië wordt als hun echte thuisland beschouwd. Sommige populaties, zoals die in Brazilië, komen ook uit aquaria.
Geslachtsverschillen
De geslachten zijn te onderscheiden vanaf een lengte van 6 cm. De rugvin van de mannetjes is spits, die van de vrouwtjes altijd rond.
Reproductie
De blauwe draadvis bouwt een schuimnest tot 15 cm in diameter van luchtbellen bedekt met speeksel en verdedigt het tegen indringers. Mannelijke concurrenten kunnen zeer gewelddadig worden verdreven in te kleine aquaria. Voor de kweek dient de watertemperatuur te worden verhoogd tot 30-32°C. Paaien vindt plaats met de verstrengeling onder het schuimnest, typisch voor labyrintvissen. De jongen komen na ongeveer een dag uit de tot 2.000 eieren, na nog eens twee dagen zwemmen ze vrij en hebben infusoria als eerste voedsel nodig, maar na een week eten ze al Artemia-nauplii. Als je specifiek wilt fokken, moet je de jongen apart grootbrengen.
Levensverwachting
Onder goede omstandigheden kan een blauwe gourami tien jaar of zelfs iets ouder worden.
Dingen om te weten over houding
Voeding
Omdat de blauwe gourami alleseters zijn, is het dieet erg licht. Droogvoer (vlokken, korrels) is voldoende. Incidentele giften van diepgevroren of levend voer (bijv. watervlooien) zijn van harte welkom.
Groepsgrootte
In aquaria van minder dan 160 l mag slechts één paar of één mannetje met twee vrouwtjes worden gehouden, omdat de mannetjes soortgenoten gewelddadig kunnen aanvallen bij het verdedigen van hun schuimnesten.
Aquariumgrootte
De minimale maat is 160 l (100 cm randlengte). In aquaria groter dan 300 l kunnen twee mannetjes worden gehouden.
Bekken setup
In de natuur zijn vaak gebieden met dichte begroeiing gevestigd. Slechts een klein deel van het oppervlak hoeft vrij te worden gelaten voor het bouwen van schuimnesten. Dichtere plantengebieden dienen als toevluchtsoord voor de vrouwtjes wanneer de mannetjes te hard duwen. Er moet echter een vrije ruimte boven het wateroppervlak zijn, zodat de vissen op elk moment naar de oppervlakte kunnen komen om op adem te komen. Anders kunnen ze als labyrintvissen verdrinken.
Blauwe draadvis socialiseren
Zelfs als de mannetjes gewelddadig kunnen worden in het gebied van hun schuimnest, is socialisatie goed mogelijk. Vissen in de middelste watergebieden worden nauwelijks opgemerkt, die in de lagere worden helemaal niet gezien. Snelle vissen zoals barbeel en tetra worden sowieso niet bedreigd.
Vereiste waterwaarden
De temperatuur moet tussen de 24 en 28°C zijn, lage temperaturen vanaf 18°C gedurende een korte periode zijn niet schadelijk voor de vissen, voor de kweek moet het 30-32°C zijn. De pH kan tussen 6 en 8 liggen. De hardheid is niet relevant, zowel zacht als hard water wordt goed verdragen.