Het horen van slangen begrijpen

Het binnenoor is bij slangen gevuld met lucht
Het binnenoor is bij slangen gevuld met lucht, terwijl de meeste andere dieren met vocht gevulde binnenoren hebben.

In het verleden was het een algemene overtuiging dat slangen niet veel of niets konden horen, omdat ze geen externe oren hebben en niet lijken te reageren op geluiden. Echter, wetenschappelijk onderzoek weerlegt deze veel voorkomende misvatting.

Anatomie van slangenoor

Veel mensen realiseren zich niet dat slangen oren hebben, maar ze zijn er wel degelijk. Direct achter hun ogen hebben slangen net als andere reptielen twee oren. Ze hebben geen uitwendige oren (gewoonlijk oorflappen, oorschelpen of oorschelpen genoemd), maar ze hebben wel kleine gaatjes aan de zijkanten van hun hoofd die ooropeningen zijn. In elk klein oorgaatje bevindt zich een functioneel binnenoor, maar geen trommelvlies (trommelvlies) of middenoor. Het binnenoor is bij slangen gevuld met lucht, terwijl de meeste andere dieren met vloeistof gevulde binnenoren hebben.

Hoe slangen horen

Zoals eerder vermeld, hebben slangen geen uitwendige oren (oorschelpen) of trommelvliezen zoals wij, maar ze hebben wel volledig gevormde binnenoorstructuren. Naast hun binnenoorstructuren hebben ze een bot in hun kaken dat het quadrate bot wordt genoemd. Dit bot beweegt lichtjes als reactie op trillingen terwijl ze over de grond glijden.

Jarenlang was het onbepaald of slangen geluiden konden horen die geen grondtrillingen waren. Onderzoek heeft sindsdien aangetoond dat dit quadrate bot in feite reageert op trillingen in de lucht en op grondtrillingen (vermoedelijk te wijten aan spinale zenuwen die de trillingen van de huid hebben geleid, ze herkennen en het quadrate bot laten trillen, waarnaar wordt verwezen als somatisch horen). Net als bij andere dierenoren wordt deze beweging (via botten) overgebracht naar het binnenoor en worden vervolgens signalen naar de hersenen gestuurd en geïnterpreteerd als geluid.

Wat slangen kunnen horen

Een persoon met een groot gehoorvermogen kan alles horen tussen 20
Een persoon met een groot gehoorvermogen kan alles horen tussen 20 en 20000 Hz.

Pitch (hoge of lage geluiden) wordt gemeten in Hertz (Hz) en hoe zacht of hard geluiden zijn, wordt gemeten in decibel (dB). Hertz is in de eerste plaats wat onderzoekers hebben gemeten om te bepalen of een slang kan horen of niet. Sommige onderzoekers hebben vastgesteld dat slangen in staat zijn om laagfrequente lucht- en grondtrillingen te detecteren via hun binnenoor (in het bereik van 50 tot 1000 Hz), maar er is nog steeds niet veel bekend over wat een slang precies kan horen. Sommige onderzoeken tonen aan dat hun piekgevoeligheid in het bereik van 200 tot 300 Hz ligt, terwijl andere het in het bereik van 80 tot 160 Hz laten zien.

Een persoon met een groot gehoorvermogen kan alles horen tussen 20 en 20000 Hz. 20 tot 25 Hz wordt beschreven als het laagste geluid dat een pijporgel kan maken of het geluid van een laag kattensnor, terwijl ongeveer 4100 Hz de hoogste noot is die een piano kan maken. Met behulp van deze kennis weten we nu dat slangen alleen kunnen horen wat we als lagere geluiden zouden beschouwen.

Aangezien er voor verschillende onderzoeken verschillende slangenrassen zijn gebruikt, is het nog steeds moeilijk om een algemene uitspraak te doen over alle slangen en gehoor. We gaan ervan uit dat alle slangen vergelijkbare gehoorcapaciteiten hebben, omdat ze dezelfde ooranatomie hebben, maar het is mogelijk dat slangen uit verschillende omgevingen verschillende reeksen geluiden kunnen horen.

Omdat we weten dat de hoogste gevoeligheid van het gehoor van een slang in het bereik van 200 tot 300 Hz ligt en de gemiddelde menselijke stem ongeveer 250 Hz is, kunnen we vaststellen dat een huisdierenslang je in feite kan horen praten. Dit ondersteunt wat veel slangenbezitters beweren - dat huisdierenslangen kunnen herkennen dat hun naam wordt genoemd.

Artikelbronnen
  1. Knight, K. Slangen horen door schedeltrillingen. Journal of Experimental Biology, vol 215, nee. 2, 2011, blz. ii-ii. The Company Of Biologists, doi:10,1242/jeb.069104

  2. Christensen, CB et al. Horen met een atympanisch oor: goede vibratie en slechte geluidsdrukdetectie bij de koningspython, python regius. Journal of Experimental Biology, vol 215, nee. 2, 2011, blz. 331-342. The Company Of Biologists, doi:10,1242/jeb.062539