BARF voor katten - soortspecifieke voeding
Tot nu toe was BARF meer bekend op het gebied van hondenvoeding, maar ook BARF voor katten behoort tot de mogelijkheden. Waarom zouden ook katten niet kunnen profiteren van het concept van Biologically Appropriate Raw Feeding?
Algemene informatie over barfen voor katten
In het algemeen gaat het bij BARFing om het dier - in dit geval de kat - zo natuurlijk mogelijk te voeren, dwz het natuurlijke voedsel (de prooi) als model te gebruiken. De implementatie van de voedingsmethode is lang niet zo ingewikkeld als het op het eerste gezicht lijkt. Als je eenmaal het concept, de samenstelling en de uitvoering begrijpt, is alles heel eenvoudig; Gelukkig is er nu veel nuttige literatuur. Als u zich het vervelende lezen wilt besparen of nog steeds niet zeker bent, vindt u ondersteuning van diervoedingsdeskundigen. Zo zijn er dierenartsen die gespecialiseerd zijn in voeding die u kunnen helpen en individueel een rantsoen kunnen samenstellen.
Bij de kat gaat BARFing over het nabootsen van de natuurlijke voeding van de carnivoor (= vleeseter). Op dit punt moet dit kort worden geïllustreerd aan de hand van een muis als voorbeeld. Zo'n prooi bestaat natuurlijk voor een groot deel uit spiervlees, maar niet alleen: er is ook bloed (levert bijvoorbeeld ijzer), botten (calcium) en maaginhoud + vacht (ruwvoer). Het is nu noodzakelijk om deze componenten te vervangen, omdat de kat ook het vlees krijgt tijdens BARFing. De daarbij ontstane mineralen kunnen vervangen worden door natuurlijke zouten, calciumpreparaten (behoren tot de supplementen) of beendermeel zorgen voor voldoende calcium en groenten voorzien in de vezelbehoefte.
Voordelen van het BARF-dieet
Zoals reeds vermeld: de stofwisseling van de kat is er volledig op ingesteld om prooien te verwerken. Met BARF voer je de kat ook heel natuurlijk. Als positief neveneffect zijn deze dieren vaak meer ontspannen wanneer ze overschakelen op een geschikte voeding, aangezien spijsverteringsproblemen een sterke stressfactor kunnen zijn voor de gevoelige fluwelen poten.
Als je BARF weet, weet je precies wat de kat eet. Het voer van uw kat wordt dan individueel samengesteld. Ook voor katten met intoleranties of allergieën is dit een enorm voordeel. BARF-rantsoenen kunnen ook worden aangepast aan veel ziekten. Zorg er echter voor dat u veterinair advies inwint!
Kauwen op grotere stukken kan ook de tandgezondheid verbeteren. Omdat tandplak, de voorloper van tandsteen, effectief wordt verwijderd. Dit vermindert het risico op tandsteen.
En kauwen heeft nog een ander positief effect: je kat is even bezig. BARFen is ook goed tegen verveling!
Veel Gestelde Vragen
Hieronder willen we enkele veelgestelde vragen over BARF voor katten beantwoorden. Een uitgebreid antwoord valt echter buiten het bestek van dit bericht. Maar we kunnen je hier een overzicht geven:
Wat te voeren?
In principe kunt u uw kat bijna elk vlees voeren, behalve rauw varkensvlees (risico op besmetting met het Aujeszky-virus): Gevogelte, rundvlees, wild, vis en lam zijn veel voorkomende vleessoorten voor BARFing-katten. Het wordt bijvoorbeeld aangevuld met licht gehakte vlezige botten en kraakbeenweefsel, bijvoorbeeld uit het borstbeen. Een beetje groente en fruit zorgt voor ruwvoer - maar moet voor het voeren fijn worden gepureerd en gemengd met een beetje olie. De kat kan er dus ook de vitamines uit opnemen.
Uiteindelijk is het belangrijk om te zorgen voor variatie in de samenstelling. Dus als je eenmaal weet wat je kat graag eet, moet je binnen deze ene vleessoort minder vaak variëren in vleessoort dan in samenstelling: bijvoorbeeld meer spiervlees, soms meer slokdarm, kroonvlees of slachtafval. Als BARF volledig of grotendeels in het rantsoen wordt gebruikt en niet alleen "bij uitzondering", moet u ook werken met supplementen: dit zijn voedingssupplementen die voornamelijk mineralen en voedingsstoffen leveren.
Hoeveel voeren?
De vuistregel hierbij is dat een kat ongeveer 20 tot 30 gram per kilogram lichaamsgewicht moet krijgen; luie vertegenwoordigers in plaats van 18 g, actieve fluwelen poten tot 33 g. Ook het vetgehalte van het vlees is van belang: Katten met overgewicht moeten mager vlees krijgen (bijv. rundvlees), te magere katten kunnen gerust vet vlees krijgen. Daarnaast moet u in bijzondere gevallen zoals zwangerschap, ouderdom of ziekte de samenstelling van het voer individueel aanpassen.
Hoe om te gaan met het rauwe vlees?
Over het algemeen zijn grote hoeveelheden vlees goedkoper dan kleine als het gaat om BARFen voor katten; Idealiter koop je een grote hoeveelheid en verpak je het vlees in porties en bewaar je het in de vriezer. Bijzonder praktisch is dat je steeds meer diepgevroren vlees in de winkel kunt krijgen: je hoeft het dus niet meer zelf te portioneren en in te vriezen. Natuurlijk moet het vlees worden ontdooid voordat het wordt gevoerd, wat het beste in de koelkast kan. Het is beter om de magnetron alleen in uitzonderlijke gevallen te gebruiken, omdat deze veel belangrijke voedingsstoffen kan vernietigen; ook mogelijk: ontdooi het vlees in een warmwaterbad. Algemene hygiëne is belangrijk bij het omgaan met rauw vlees: Reinheid is hier het allerbelangrijkste!
Waar moet je op letten bij het voeren?
Katten zijn gewoontedieren, dus je moet klein beginnen en langzaam de hoeveelheid vlees verhogen. De grootte van de afzonderlijke stukken vlees moet in het begin ook klein zijn. Het vlees moet altijd op kamertemperatuur zijn en mag niet koud uit de koelkast in de kom gaan. Als de fluwelen poot rauw vlees weigert, helpt vaak verkruimeld droogvoer, kleine hoeveelheden natvoer of broeien met heet water.