Gezelschapshondentest - inhoud en procedure

In het laatste deel van de gezelschapshondentest test je echte buitenomstandigheden
In het laatste deel van de gezelschapshondentest test je echte buitenomstandigheden en moet je hond onverschillig gedrag vertonen.

Mensen krijgen een hond om verschillende redenen. Terwijl sommigen op zoek zijn naar een trouwe metgezel en vriend, richten andere mensen zich ook op de beschermende en waakfunctie of hondensport. Voor de verschillende toepassingsgebieden is nu een groot aantal aanbiedingen en cursussen van verschillende aanbieders beschikbaar. De gezelschapshondentest en de daarbij behorende training is een belangrijke basistraining. De focus ligt onder andere op gehoorzaamheid en gedrag in het openbaar. Zoals hieronder beschreven, bestaat het examen uit vier delen, die elk afzonderlijk moeten worden behaald. De doelstellingen en inhoud van het examen worden hieronder toegelicht.

Doelen

Door de uitgebreide training en de eindtest moet de geschiktheid van de hond voor dagelijks gebruik worden gecontroleerd. Als kleinste hondensporttest is het ook de basis voor verdere, progressieve testen en activiteiten in de hondensport zoals toernooisport en hogere prestatietesten. Het slagen voor de test bevestigt voor jou en je hond dat je een goed team bent en dat je daarop kunt bouwen.

Voorwaarden

Voor het afleggen van het examen gelden bepaalde toelatingseisen. In principe kun je de test doen bij elke hond die minimaal 15 maanden oud is en duidelijk te herkennen is aan een tatoeage of chip. Een prestatiecertificaat of papieren zoals de stamboom kunnen als bewijs dienen. Verder dient de hond ingeënt te zijn en dient de hondenbezitter een aansprakelijkheidsverzekering te hebben. Als hondengeleider moet je ook lid zijn van een VDH-vereniging. U kunt met maximaal twee honden deelnemen aan een afspraak; elke hond echter alleen met een hondengeleider. Voor aanvang van het examen moet u als eigenaar ook in een bekwaamheidstest bewijzen dat u de nodige basisvaardigheden beheerst.

De clubs in de VDH die bevoegd zijn om examens af te nemen zijn:

  • Algemene Duitse Rottweiler Club (ADRK) geregistreerde vereniging
  • Boxer Club eV
  • Duitse Hondensportvereniging (dhv) eV
  • Duitse Malinois Club geregistreerde vereniging
  • Duitse Vereniging van Werkhondensportclubs (DVG) eV
  • Duitse Bouvier Club uit 1977 geregistreerde vereniging
  • Dobermann Club eV
  • International Boxer Club eV
  • Club voor Terriers eV
  • Pinscher Schnauzer Club geregistreerde vereniging
  • Fokclub voor Hovawart honden eV
  • Duitse herdersclub RSV2000 eV
  • Vereniging voor Duitse herdershonden (SV) eV

Daarnaast kan het behalen van het examen worden aangetekend in de prestatiegegevens van de

Procedure voor de test met gezelschapshonden

Examen deel I - Theoretisch, schriftelijk examen

In het eerste deel van de gezelschapshondentest moet je je specialistische kennis van honden en hondenbezit bewijzen. Het deel bevat voornamelijk meerkeuzevragen (aan te vinken) en ook enkele open vragen die in de lange tekst moeten worden beantwoord. Afhankelijk van de vereniging variëren de vragen enigszins. Als minimaal 70% van de vragen goed is beantwoord, is dit onderdeel van de toets geslaagd. Dit vakbekwaamheidsbewijs wordt door elke eigenaar slechts één keer verstrekt en is dan ook geldig voor andere tests.

Deel II van de test - identificatie van de hond en onpartijdigheidstest

Als alle onderdelen van de test met goed gevolg zijn afgelegd
Als alle onderdelen van de test met goed gevolg zijn afgelegd, bent u geslaagd voor de hondentest.

Dit deel van de test omvat het identificeren van de hond met behulp van een tatoeagenummer of chip. De onpartijdigheidstest - ook wel karaktertest genoemd - kan buiten het oefenveld worden uitgevoerd, of direct voor het volgende onderdeel op het oefenveld. De prestatiekeurmeester of de opleidingsbegeleider raakt uw hond hier aan en test zijn gedrag naar andere mensen en honden toe. Uw hond mag hier niet angstig of agressief op reageren.

Examen deel III - gehoorzaamheid

Dit wordt gevolgd door het grootste deel van de test met gezelschapshonden. Het mens-hond team wordt hier op het oefenterrein gekeurd. De gehoorzaamheid van uw hond wordt getest met een paar commando's. Dit omvat het lopen aan de lijn (normale stap en snelle stap, langzame stap en hoekwerk. Uw hond moet dicht, vrolijk en aandachtig naast u lopen. Voor aanvang van de oefening kunt u als hondengeleider een commando geven. De de hond moet stil blijven staan als hij naast je zit, de lijn moet tijdens de oefening een beetje slap hangen en de hond moet alleen volgen.

In de volgende oefening lopen jij en je hond meerdere keren door een groep mensen en stoppen bij een vreemde. De hond moet zelfstandig, rustig en ongeïnteresseerd gaan zitten. Dezelfde oefening wordt dan zonder leiband uitgevoerd. Voor dit onderdeel van de test wordt vaak een vooraf bepaald looppatroon gehanteerd. Er volgen nog twee oefeningen zonder leiband, dus in vrije rotatie.
Hierbij hoort ook de zitoefening. U rent een lang recht stuk met uw hond in voetpositie en neemt dan na 10-15 stappen een basishouding aan waarbij u de hond beveelt te "zitten". Je beweegt dan nog eens 15 stappen bij de hond vandaan en pakt hem dan weer op. De hond moet aandachtig blijven zitten totdat hij het bevel krijgt om te volgen ("voet").

De tweede off-line oefening is het afstappen en naderen. Het startpunt is de positie 15 stappen verwijderd van de vorige oefening, dan neem je de basispositie aan, geef je het commando "omlaag" en ga je weer 30 stappen verder. Dan roep je de hond naar je toe. Hij moet onmiddellijk en snel komen en recht voor je gaan zitten, aandachtig kijkend. Na het "voet"-commando moet de hond aan uw linkerzijde gaan zitten. Deze oefening wordt meestal door twee teams (hond en baasje) tegelijk gedaan, waarbij één baasje zijn hond altijd laat "liggen". De eigenaar laat de hond eerst zitten (met het commando "zit"), laat hem dan los en laat hem liggen (meestal met het commando "liggen").

Voor deze oefeningen worden punten toegekend. Als je minimaal 70% van de haalbare 60 punten hebt gehaald (dus 42 punten) ben je geslaagd voor het onderdeel en kan het examen worden vervolgd.

Deel IV van de test - externe test/verkeersdeel

In het laatste deel van de gezelschapshondentest test je echte buitenomstandigheden en moet je hond onverschillig gedrag vertonen. Het testgedeelte wordt vaak uitgevoerd op drukbezochte plaatsen zoals parkeerplaatsen of treinstations. Uw hond mag niet aan de lijn trekken of trekken. Bijkomende situaties zoals een schreeuwend kind of een fietser worden vaak gesimuleerd. Soms is er ook een vastbindoefening geïntegreerd, waarbij de hond rustig en ontspannen op zichzelf moet blijven ondanks dat er verschillende mensen langskomen met en zonder hond.

Als alle onderdelen van de test met goed gevolg zijn afgelegd, bent u geslaagd voor de hondentest. Dit wordt gevolgd door een eindbespreking en schriftelijke bevestiging van het slagen.
Afhankelijk van de testclub kunnen er variaties en kleine afwijkingen in het testproces zijn.