Duurtraining voor duurpaarden
Paardrijden kan vermoeiend zijn - niet alleen voor de ruiter zelf, maar ook voor het dier. Daarom is het belangrijk om je paard niet te overbelasten, maar regelmatig je eigen uithoudingsvermogen en dat van het paard te trainen. Vooral van duurpaarden worden enorme prestaties gevraagd, daarom is de duurtraining voor duurpaarden bijzonder veeleisend. Hun opleiding duurt jaren totdat ze zonder gezondheidsrisico afstanden van 40 tot ruim 100 kilometer kunnen afleggen.
Trainingsdoel
Aan het begin van je training moet je nadenken over wat je wilt bereiken. Wilt u de basisconditie van uw paard verbeteren of wilt u dat uw paard over een lange afstand wordt bereden? Stel een doel waar je je trainingsstappen op aanpast. Conditie opbouwen kost tijd en routine. De spieren van uw dier worden zwaarder belast, waardoor ook botten, pezen en gewrichten tijd nodig hebben om zich aan te passen aan de gestimuleerde spiergroei. Ze groeien langer dan spieren, dus de toename moet langzaam zijn om het hele lichaam de kans te geven zich aan te passen.
Duurtraining voor duurpaarden
Als je eenmaal je doel hebt bepaald, moet je een routine voor het dagelijks leven ontwikkelen. Train ongeveer drie tot vijf keer per week om consequent aan het uithoudingsvermogen te werken. U moet de intensiteit variëren en ook lichte trainingsdagen plannen, zodat u uw trainingspartner niet overweldigt of het plezier van samen tijd doorbrengt.
Als je je paard voorbereidt op een uithoudingsrit, begin dan met een afstand van zo'n acht tot negen kilometer wandelen, zo'n drie keer per week. Je kunt pas langzaam beginnen te draven of de afstand naar boven corrigeren als je ontspannen bent, misschien na in totaal 50 tot 60 kilometer. Als je ten slotte tien kilometer achter elkaar lukt, inclusief draf, kun je de afstand blijven vergroten, maar in hetzelfde tempo blijven. U moet uw snelheid pas na ongeveer zes maanden verhogen. Eerst wordt het uithoudingsvermogen getraind en verbeterd, daarna de snelheid.
Overbelasten
Telkens wanneer je een negatieve fysieke reactie van je paard opmerkt, zoals kreupelheid, spierpijn of lusteloosheid, is dit voor jou een teken dat de laatste training je trainingspartner overweldigd heeft. Nu is het tijd om een versnelling terug te schakelen en te vertragen.
Recreatiepaarden
Als je niet meteen een lange afstandsrit met je trouwe viervoeter wilt maken, maar gewoon fitter wilt worden in de dagelijkse training of misschien een toernooi wilt spelen, kun je toch op dezelfde manier te werk gaan. Je bouwt heel langzaam maar continu op. Bedenk waar je nu als team staat, wat kan je zonder problemen en waar wil je heen? Na hoeveel minuten is de lucht eruit? Maak een weekschema en zorg dat het je lukt om je paard minimaal drie keer per week te trainen zodat de trainingspauzes niet te lang worden. Longeren en lange ritten zijn een heerlijke afwisseling met plezier en motivatie aan de bal te blijven. Want het plezier van sport moet altijd op de voorgrond staan en niet voorrang krijgen achter ambitie.
Rustdagen
Het is belangrijk dat je niet elke dag traint, maar ook één tot drie rustdagen per week inplant om het dier de kans te geven te regenereren. Elke inspannende dag trainen betekent ook minimale spierblessures, inclusief pezen en ligamenten. Zie de pauzes dus als een soort hersteltijd voor het lichaam en de vele individuele cellen. Het lichaam van je paard heeft deze dagen nodig om op eigen kracht te herstellen en om gesterkt aan de volgende sessie te kunnen beginnen.
Voering
Overigens speelt het voer ook een grote rol, omdat het dier alleen goed kan presteren als het ook energie uit het voer haalt. Let dus op een gezonde, uitgebalanceerde voeding om de beste voorwaarden te scheppen voor een succesvolle duurtraining voor duurpaarden.