Pumi in rasportret
Eigenschappen
oorsprong | Hongarije | Levensverwachting | 12-15 jaar |
---|---|---|---|
FCI-standaard | FCI Groep 1: herdershonden en veedrijvers | functie | herdershonden |
maat | Middelgrote hondenrassen | Veelvoorkomende ziektes | geen |
Gewicht | 8-15kg | jas lengte | gemiddelde lengte |
karakter/natuur | levendig, rusteloos, behendig | vachtkleur | grijs, zwart, fawn, wit |
bijzonderheden | |||
geen |
Raskenmerken en uiterlijk
Hoe ziet een pumi eruit?
De Pumi is een voormalige herders- en veedrijvershond uit Hongarije. Het is een kleine tot middelgrote, levendige hond die qua uiterlijk op een terriër lijkt, maar er geen familie van is. Hij toont een sterke, vierkante lichaamsbouw. Hij draagt zijn nek bovengemiddeld. De neus is gestrekt. Het bovenste derde deel van de rechtopstaande oren kantelt naar voren. Het hoofd en de oren zijn dicht bedekt met haar. De ogen blijven echter vrij. De Pumi heeft golvend, krullend haar, die nooit glad of vastgebonden mag zijn. Het vormt krullen. Gemiddeld moet het haar 4 tot 7 centimeter lang zijn. De vacht bestaat uit een dichte, stugge bovenvacht en een zachte ondervacht. De middellange, dichte, stugge waakharen op de oren staan rechtop. De Pumi is gefokt in verschillende kleuren: grijs, zwart, fawn. Het moet altijd monochroom zijn. Een witte borstvlek is toegestaan. Honden die volledig wit zijn, moeten worden vermeden, omdat deze vachtkleur kan worden geassocieerd met een verhoogd risico op erfelijke ziekten.
Hoe groot is een pumi?
Mannetjes moeten een schofthoogte hebben van 41 tot 47 centimeter, vrouwtjes 38 tot 44 cm. Het voorgeschreven gewicht voor mannen is 10 tot 15 kg en voor vrouwen 8 tot 13 kg.
Hoe oud wordt een pumi?
De Pumi heeft een levensverwachting van 12 tot 15 jaar.
Eigenschappen en karaktereigenschappen
Welke eigenschappen heeft een pumi?
De Pumi is in wezen nog steeds een herdershond. De Pumi is echter lange tijd alleen als gezelschapshond gefokt. Vandaag bevindt hij zich volledig in zijn huidige rol als gezinshond. Tegenwoordig bewaakt en beschermt hij zijn menselijke familie en hun huis in de beste zin van het woord. De Pumi kan ook de neiging hebben om te blaffen. Hij is buitengewoon slim, volgzaam en behendig. De officiële standaard van de Pumi beschrijft zijn aard als volgt:
Deze vrij levendige herdershond heeft een rusteloos karakter. Hij is buitengewoon brutaal, enigszins wantrouwend tegenover vreemden. Door zijn redelijke gedrag, levendigheid en expressiviteit regisseert hij de Au altijd en overal
aandacht voor jezelf. De Pumi is behoorlijk luid. Zijn hele voorkomen straalt dorst naar actie uit en door zijn rusteloosheid en activiteit zijn al zijn lichaamsdelen altijd in beweging. Hij is altijd actief en klaar voor actie. Verlegen of flegmatisch gedrag zijn kenmerken die vreemd zijn aan het ras.
In 1933 berichtte de Gravin van Hagen in haar boek "The Dog Breeds" over een gesprek met een Hongaarse herder over zijn honden van het Puli- of Pumi-type. Hij is vol lof en noemt haar zijn rechterhand. Ze zijn slimmer dan welke jongen uit het dorp dan ook. Ondertussen instrueert hij met een paar woorden nonchalant zijn hond om de kudde schapen te halen. Hij rent weg als de bliksem. Even later zie je de kuddes al van verre aankomen, snel maar ordelijk en zonder paniek. Deze kleine honden zijn vandaag nog steeds een bundel energie met een uitgesproken vermogen en bereidheid om te presteren. Hij is altijd actief en klaar voor actie. Verlegen of flegmatisch gedrag is hem vreemd. Door zijn aard is de Pumi zeker geschikt als beginnershond voor toegewijde vrienden van dit ras.
Oorsprong & geschiedenis
Waar komt de pumi oorspronkelijk vandaan?
Het territorium van de Pumi was de kudde schapen in de uitgestrektheid van de poesta. Hier diende hij eeuwenlang als de uiterst slimme rechterhand van de herders. De Pumi is nauw verwant aan de Puli en Mudi. 100 jaar geleden waren Pumi en Puli nauwelijks van elkaar te onderscheiden, maar werden toen kunstmatig in twee rassen gescheiden door rashondenfokkerij. De definitieve scheiding vond pas in 1960 plaats. De huidige Pumi verschilt van de Puli in de vorm van de oren en vooral in het feit dat hij geen overmatige, extreme vachtgroei heeft. In haar boek "Die Hundrassen" uit 1933 toont de gravin von Hagen foto's van zulke honden, die ruig haar vertonen, maar met mate en vooral met open ogen. Helaas is daar met de Puli vandaag verandering in gekomen. De vacht is een last geworden voor de hond. Bij de Pumi is dat gelukkig anders. Als u geïnteresseerd bent in een kleine tot middelgrote Hongaarse herdershond, moet u om redenen van dierenwelzijn kiezen voor de Pumi (of Mudi). In tegenstelling tot de Puli heeft de Pumi nog de vacht van zijn voorouders die in de Puszta werkten. De grote Zwitserse cynoloog Hans Räber schrijft over de Puli in zijn "Encyclopedia of Purebred Dogs":
Lang poestahaar, zoals de huidige norm vereist, was niet geschikt om met de kudde te werken, het zou de bewegingsvrijheid van de hond hebben beperkt en hem ervan weerhouden zijn werk te doen.
Dat wordt de Pumi bespaard. Gravin von Hagen doet verslag van het leven van deze honden in de Puszta. Ze schrijft over intelligente, wendbare honden die naast het hoeden ook uitstekende bewakers en helpers zijn bij de jacht. In een uitgebreide 2017 genetische analyse van meer dan 100 hondenrassen en meer dan 13.000 honden door een team van genetici onder leiding van Heidi Parker, worden Puli en Pumi genetisch tussen de groep Schnauzers en Poedels geplaatst. Een genetische nabijheid van terriërs, zoals vaak wordt aangenomen in beschrijvingen, kan niet worden bevestigd. In 1954 werd de Pumi officieel erkend door de Fédération Cynologique Internationale. In Duitsland wordt hij verzorgd door de Club voor Hongaarse Herdershonden in de VDH. Er worden jaarlijks slechts ongeveer 10 puppy's geregistreerd in de VDH.
Populaire mixen
Mengsels van Pumi met andere honden zijn zeldzaam.
Zorg, gezondheid en ziekten
Hoeveel verzorging heeft een pumi nodig?
De Pumi heeft een bepaald verzorgingsniveau nodig voor zijn vacht. Het heeft regelmatig borstelen en trimmen nodig.
Heeft de pumi rasspecifieke ziekten?
De Pumi is een winterhard hondenras. Er zijn in ieder geval geen specifieke ziekten bekend.
Welke voeding is het beste voor een pumi?
De Pumi stelt geen speciale eisen aan zijn voeding. Natuurlijk is het goed voor zijn gezondheid en hij vindt het ook lekker. Zoals de meeste honden houdt hij ook van een vlezig runderbot en vers vlees. De Pumi is ook geschikt om mee te barfen.
Activiteiten
Een Pumi heeft geen speciale eisen. Maar hij is heel geschikt voor veel hondensporten.
Overwegingen alvorens te kopen:
Waar kun je een pumi kopen?
Als je je leven met een Pumi wilt delen, moet je lang voordat je koopt een fokker zoeken en hier contacten leggen. De fokker moet aangesloten zijn bij de Hongaarse Herdershondenclub en zijn honden laten testen op de speciale risico's van erfelijke ziekten. In de serieuze fokkerij is dit vanzelfsprekend. Daarnaast mag er geen sprake zijn van inteelt, dat kun je inschatten uit de stamboom als daar geen dubbele naam voorkomt. De fokker had zijn nest goed moeten documenteren met een foto. U dient in overleg ter plaatse samen met de moederhond naar het nest te kunnen kijken. Koop a.u.b. geen Pumi via internet, aangezien het risico zeer groot is dat de pup afkomstig is van een - meestal goed vermomde - hondenhandelaar of fokker.
Opvoeding en houding
Past een pumi bij mij?
Van nature is de Pumi een actieve hond. Hij wil geïntegreerd worden in het gezin en kan daar zonder problemen in passen, mits hij een professionele opvoeding heeft. De Pumi kan een liefdevol gezinslid zijn en een geweldige partner voor kinderen. Hij wil een vaste baan. Als hij zich te veel verveelt, kan hij zijn energie kwijt aan het meubilair. De goed opgevoede Pumi gedraagt zich onberispelijk tijdens het reizen. De Pumi heeft regelmatig verzorging nodig, zoals borstelen en trimmen. Verder stelt hij geen speciale eisen aan zijn houding. Met veel zorg en activiteit kan hij in een appartement worden gehouden. Een Pumi is zeer geschikt voor de hondensport. De Pumi is heel gemakkelijk te trainen. Hij is blij om samen met zijn mensen iets te kunnen beleven. Hij is open en eerlijk en werkt graag met meesters en minnaressen. De kleine, levendige hond moet echter vanaf de puppy liefdevol worden opgevoed. De kunst ligt in het vinden van de juiste hoeveelheid consistentie en leiderschap. De beslissende basis is altijd een hechte emotionele en vertrouwensvolle onderlinge band. Als hij vindt dat hij onrechtvaardig is behandeld, kan hij zich beledigd terugtrekken. Als je hem teveel vrijheid geeft, kan hij zich soms geroepen voelen om voor de kinderen van het gezin te zorgen en te doen wat hij leuk vindt. De opleiding en het beheer van de Pumis is meestal geen probleem en zou ook voor een minder ervaren hondenbezitter gemakkelijk te hanteren moeten zijn.
Interessante weetjes & extra's
De Pumi, die zeldzaam is op onze breedtegraden, is een zeer behendige, interessante metgezel. Het poestabloed leeft nog in hem. Hij is gemakkelijk te verzorgen en niet veeleisend, afgezien van verzorging.